LANGBEHAARD FRANS

13-04-2022

"Jij moet naar de opera!", fluisterde ze. Ik schrok. Had ze het écht tegen mij? Elk jaar stuurde mijn docente Frans één student op stage naar de opera van Luik. In 1999 was ik haar uitverkorene. Niet de perfect tweetalige, multigetalenteerde en oogverblindende Miss België-finaliste met een slijmerig abonnement op de eerste rij. Maar ik. Die vreemde langbehaarde kerel in het hoekje van de klas. "Niet twijfelen, jij kan dat!", suste ze de instant radeloosheid in mijn ogen. Tevergeefs. Ik weigerde.

Een besluit dat nog steeds prijkt in mijn top drie van foute levensbepalende beslissingen. Ingegeven door schrik. Mijn Frans was niet verkeerd, maar onvoldoende om maanden mee te draaien op de communicatiedienst van een gerenommeerd operahuis. Althans, dat dacht ik. Wist ik veel dat ik het twintig jaar later best wel tof had gevonden om een vloeiend gesprek te voeren met mijn Franse overbuur. Of me liever niet de domste van de klas had gevoeld tijdens de ouderraad van mijn kinderen.

Niet dat ik het me aantrek. En die Fransen doen meestal hun baretje af voor mijn verwoede pogingen. Maar soms mis ik diepgaande gesprekken en oeverloze discussies. Aan een toog met andere plakkers of in een stoffig lokaal met een zichzelf veel te hoog inschattend vergadergezelschap. Een moment waarop je haarfijn kan uitleggen hoe jij de zaken ziet. En je met pittig gekruide argumenten zelfs de grootste tegenstanders overtuigt. Of bewust tegen je in het harnas jaagt. Heerlijk vond ik het.

Maar dat is voorbij. Zoals zoveel. Ik geniet nu van een plekje aan de zijlijn. En kijk van daaruit naar wie ik een tijdlang was. Soms volledig in mezelf gekeerd. Gelukzalig afzijdig. Schier asociaal. Met de taalbarrière als perfect excuus. Een beetje zoals die langbehaarde kerel in de klas van '99. Die alleen sprak als zijn mening werd gevraagd. En daardoor voorbestemd leek voor een bescheiden rol in het politieke theater. Beter was hij naar de opera gegaan. Misschien krijgt hij op een dag een tweede kans.