EEN TANDJE TERUG

27-02-2023

Sinds enkele weken staat er een mountainbike in de schuur. Mijn trouwe koersfiets kijkt het met lede kattenogen aan. Hij blijft voor altijd mijn eerste grote liefde. Met meer dan een banddikte voorsprong. We zagen samen verbluffende stukken van de wereld. Van Kuttekoven tot Compostela en van Nieuwerkerken tot de Noordkaap. Maar het is tijd voor nieuwe horizonten. Over hobbelige paden en door smerige plassen. Korter maar krachtiger. En altijd een spoor achterlatend. Hoe onvoorspelbaar en onopvallend ook. Precies zoals ik het leven graag heb.


Achter elke bocht loert een verrassing. Soms bloedmooi. Dan wil ik stoppen en het vereeuwigen, maar rijd ik door omdat schoonheid zich zelden in één beeld laat vangen. En het wellicht niemand boeit dat ik hier fiets. In het midden van nergens. Zonder gps, puur op gevoel. 'Waar zit ik in godsnaam?', vraag ik me wel eens luidop af. Eerder vrolijk dan melancholisch. Vaak instant denkend aan de hectiek van weleer. Dan waan ik me even een ontdekkingsreiziger. Een vrijbuiter. Die de veilige haven verliet en alle schepen achter zich verbrandde. Op zoek naar andere oorden.

Ik weet het: ik ben niet de eerste die hier fietst. Maar het voelt wel zo. Door de uitgestrektheid van het landschap en de beklijvend desolate bossen. En al is het pad dat voor me ligt al zacht be(t)reden, toch ontdek ik. Mezelf! Ik was nooit op zoek, maar ik ben blij dat ik me vond. Op een plek waar niemand anders mij kan vinden. Het doet me vuistlachen van plezier. Soms schreeuw ik het uit. Niemand die het hoort. En dan nog. Laat ze maar denken. Ik trap dwars op mijn geluk af. Volle vaart. Al wie me lief heeft, mag me volgen. Of me simpelweg laten gaan.

Want ik fiets graag alleen. Eenzaam en kromgebogen over het stuur. Langs wegen zonder einde. Hoofd in de grond, alleen maar het geluid van opspringend grind. Tikkend tegen mijn gedachten. En ja, soms raak ik hopeloos verloren. Of is er tegenwind. Het is stil waar het nooit waait. Dan vloek ik als vanouds en verlies ik heel even de pedalen. De volmaakte rit bestaat niet. Hoe hard je ook trapt. Vroeger zou ik dan versnellen. Een tandje bijsteken. Bang om de koppositie te verliezen. Nu knijp ik de remmen resoluut dicht. En kijk rustig om me heen. Het leven is een gunst, vertragen de kunst.